Nieuwsbrief Irina De Knop: 22/09-26/09

Gezondheidszorg: tijd voor échte hervormingen



Tijdens de commissie van dinsdag 23 september maakte ik duidelijk dat het beleid van minister Vandenbroucke tekortschiet. Hij blijft analyses maken, maar weigert fundamenteel te hervormen. Intussen blijven de uitgaven in de gezondheidszorg jaar na jaar stijgen.

Sinds vorige week is de farmasector plots de grote boosdoener. Maar geneesmiddelen vertegenwoordigen amper 17% van de totale gezondheidsuitgaven. Dat betekent dat er 83% elders zit, uitgaven die minstens even de moeite waard zijn om onder de loep te nemen.

Ja, overconsumptie moet aangepakt worden. Maar dan moet men ook kijken naar andere domeinen: het gratis beleid, de té makkelijke toegang tot artsen, de discussie over de remgelden. Dáár liggen opportuniteiten om verspilling tegen te gaan.

En laat ons duidelijk zijn: Open Vld heeft wél concrete voorstellen.

  • Hervorm de architectuur van onze gezondheidszorg.
  • Zet meer in op preventie.
  • Investeer meer in medische technologie.
  • Zorg voor snellere diagnoses, zodat dure behandelingen vermeden kunnen worden.

Kortom, we moeten durven sleutelen aan het geheel van ons systeem. Symboolpolitiek en karikaturen brengen ons niet vooruit. Het is tijd om écht werk te maken van een toekomstbestendige gezondheidszorg.

Bekijk hier het fragment vanuit de commissie


Aanval op farmasector is nefast voor de patiënt én de innovatie in ons land



Ons land is een absolute wereldspeler op vlak van farmaceutische innovatie en ontwikkeling. Een dergelijke positie komt niet uit de lucht gevallen. Dat is het gevolg van een  jarenlange traditie van doorgedreven samenwerking tussen bedrijven, academici, onderzoeksinstellingen en de overheid. De patiënt vaart er wel bij. Toch zag minister Vandenbroucke zijn kans schoon om na de artsen nu de  farmasector onder de bus te gooien. Dat is bijzonder kwalijk én contraproductief, aldus Kamerlid Irina De Knop (Open Vld).

Dat Vandenbroucke er genoegen in lijkt te scheppen om de actoren in onze gezondheidszorg tegen zich in het harnas te jagen is geen nieuws. Hij doet aan politiek vanuit zijn grote gelijk en wie niet meewil, heeft het niet gesnapt of is van slechte wil.

Vorige week kwam de minister met een nieuw besparingsplan voor de farmasector.

Vanaf 1 januari wil hij via een lineaire prijsdaling van geneesmiddelen 80 miljoen euro wegsnijden uit de inkomsten van farmaceutische bedrijven. Dat bedrag op zich is niet het probleem: de sector had zich bereid getoond om een bijdrage te leveren en stond niet weigerachtig tegenover een akkoord. Wat wél stoort, is de manier waarop de minister dit aanpakt: zonder overleg, via een eenzijdige ingreep en met een framing die de farmabedrijven lijnrecht tegenover de patiënt plaatst. Dat is een valse tegenstelling die geen recht doet aan de realiteit en de waarde van de sector voor onze gezondheidszorg.

Die gezondheidszorg kost in ons land jaarlijks bijna 40 miljard euro. Het grootste deel daarvan gaat naar ziekenhuizen en langdurige zorg, terwijl geneesmiddelen slechts een kleine 17 procent van het geheel vertegenwoordigen. De farma is dus niet de grote slokop van het budget. En toch focust de minister keer op keer zijn pijlen op die sector, alsof zij de oorzaak zou zijn van alle budgettaire problemen. Het resultaat is een karikatuur die voorbijgaat aan de realiteit en aan de meerwaarde die de farmaceutische industrie vandaag én morgen biedt aan onze samenleving.

Die meerwaarde is niet te overschatten. Ons land staat aan de top op het vlak van farmaceutische innovatie. Heel wat nieuwe geneesmiddelen worden ontwikkeld en getest,  vaccins worden ontwikkeld, geproduceerd en geëxporteerd. Heel wat patiënten krijgen via de vele klinische studies  sneller toegang tot experimentele therapieën. Dat is een troef die we moeten koesteren.

Maar met steeds nieuwe prijsdalingen en onvoorspelbare terugbetalingsprocedures jaagt de regering bedrijven weg. Steeds vaker zien we dat moederbedrijven investeringen voor de ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen verplaatsen naar andere landen waar de voorwaarden gunstiger zijn. Sommige geneesmiddelen die in België zijn ontwikkeld, komen sneller op de markt in het buitenland dan hier. Dat is de wereld op zijn kop en het is de patiënt die uiteindelijk de prijs betaalt:  hij heeft minder toegang tot innovatieve behandelingen en wordt geconfronteerd met langere wachttijden. Het is een highway naar een gezondheidszorg die steeds meer tweesnelheden kent. En België op zijn best: de minister wil de bruto-omzet van de farma belasten. Ook het deel dat de sector dus terugstort aan het RIZIV.

En dan hebben we het nog niet over de economische fall-out. De farmasector stelt in België meer dan veertigduizend mensen rechtstreeks te werk, en nog eens tienduizenden indirect. Het gaat vaak om hooggekwalificeerde jobs met grote toegevoegde waarde, maar ook om werkgelegenheid in ondersteunende sectoren zoals transport en logistiek. Denk maar aan de covid-vaccins die vanuit onze luchthaven naar de hele wereld werden uitgevoerd.

Als we doorgaan met het huidige beleid, riskeren we tegen 2029 geen “farma valley” meer te zijn, maar een “farma desert”. Onze buurlanden die maar al te graag bedrijven aantrekken, zien het graag gebeuren.

Het is bijzonder jammer dat onze gezondheidszorg is verworden tot een strijdtoneel waarin de minister telkens opnieuw actoren tegen elkaar uitspeelt. Gezondheidszorg is teamwork. Artsen, verpleegkundigen, onderzoekers, farmabedrijven en overheid zijn onmisbare schakels in hetzelfde systeem. Alleen als we hen als partners beschouwen, kunnen we een duurzame en kwaliteitsvolle zorg blijven waarborgen.

Van mediatiek gerommel in de marge wordt niemand beter. Met de vaststelling van het IMF dat onze zorg 20 tot 30% goedkoper kan voor dezelfde kwaliteit is tot dusver helemaal niks gedaan. De conclusie na 5 jaar VDB op Volksgezondheid: veel analyses, weinig doortastend beleid. Als ik afga op de houding van meerderheidspartijen MR en NV-A in de Kamercommissie Gezondheid delen ze die analyse maar ze blijven uiteraard met lange tanden formeel achter de minister staan. Tijd dat ze hun tanden tonen om het beleid op gezondheidszorg mee de juiste richting in te sturen.


Abortuswet: tijd voor moed en modernisering



Deze week trokken de LUNA-abortuscentra de aandacht met een pakkende campagne. Bekende gezichten zoals Lotte Vanwezemael en Mathias Sercu deelden een foto met een zwangerschapstest. Eerst leek het alsof ze een blijde boodschap aankondigden, maar later verscheen een test met zes streepjes - symbool voor de zes dagen wachttijd die vrouwen in België verplicht moeten ondergaan vooraleer ze toegang krijgen tot een abortus. Die wachttijd is niet alleen emotioneel belastend, maar ook betuttelend en volstrekt overbodig. Onderzoek toont aan dat vrouwen doorgaans al langer dan tien dagen nadenken voor ze contact opnemen met een centrum en dat negen op de tien al zeker zijn van hun beslissing bij de eerste consultatie. De wachttijd legt dus enkel een extra hindernis op in een toch al moeilijke periode.

Daarbovenop blijft ons land vasthouden aan een limiet van twaalf weken, terwijl in veel andere Europese landen de termijn intussen is uitgebreid. Het gevolg is dat elk jaar honderden vrouwen naar Nederland moeten reizen om de zorg te krijgen waar ze recht op hebben. Voor sommigen is dat haalbaar, voor anderen niet, en zo wordt toegang tot zorg afhankelijk van iemands netwerk en portemonnee. In een land dat vrouwenrechten hoog in het vaandel draagt, is dat simpelweg onaanvaardbaar.

Als liberalen zijn we er trots op dat Lucienne Herman-Michielsens 35 jaar geleden de abortuswet mogelijk maakte. Maar wetten die toen vooruitstrevend waren, kunnen vandaag hopeloos verouderd zijn. Onze visie blijft helder: vrouwen moeten toegang hebben tot de zorg die ze nodig hebben, zonder nodeloze barrières of bevoogding. Dat betekent dat de wachttijd moet verdwijnen en dat de termijn verlengd moet worden naar minstens achttien weken, zoals ook wetenschappelijke experten adviseren.

Het is pijnlijk dat ons land ondertussen achteruitboert. Terwijl andere Europese landen hun wetgeving moderniseren, zakte België recent weg naar de twaalfde plaats in een Europese ranglijst rond abortusrechten. Conservatieve partijen blijven op de rem staan en zelfs partijen die zichzelf progressief noemen, schuiven het dossier voor zich uit. Maar voor ons is dit geen marginaal thema. Eén op vijf vrouwen maakt in haar leven de keuze om een zwangerschap af te breken.

Wij blijven ons inzetten voor het recht van elke vrouw om zelf keuzes te maken. Abortus is basiszorg en het is hoog tijd dat onze wetgeving dat ook erkent. Het is 2025. Tijd om vrouwen eindelijk de vrijheid te geven waar ze recht op hebben.

Meest Recente Posts

Blijf of de hoogte!

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

blog

In de kijker

Brusselse werkzoekenden kiezen zelf of ze job aanvaarden in Vlaams-Brabant: dit moet veranderen!
Technische dienst Lennik verhuist naar gebouw van De Watergroep in Eizeringen
Lennik verbruikt 36% minder gas door energiebesparende maatregelen

contact

Hoe kan ik je helpen?

Heb je vragen, opmerkingen of suggesties? Contacteer mij gerust.