Bonus voor de NMBS? Middelmatigheid beloond met belastinggeld
De NMBS krijgt een bonus van 417.000 euro voor haar prestaties in 2024. Dat blijkt uit cijfers van de FOD Mobiliteit. Van de twaalf doelstellingen in het openbaredienstcontract haalde de spoorwegmaatschappij er slechts drie boven de norm: betere reizigersinformatie bij verstoord verkeer, lager energieverbruik en een verminderde CO₂-uitstoot. Zeven indicatoren – waaronder stiptheid en klanttevredenheid – bleven in de middenzone, terwijl twee belangrijke parameters zelfs onder de minimumnorm scoorden: de beschikbaarheid van het rollend materieel en het aantal reizigerskilometers.
Toch is er weinig reden tot trots. Volgens belangenorganisatie TreinTramBus blijft één op de tien treinen meer dan zes minuten te laat en worden maandelijks duizenden ritten geschrapt of haltes overgeslagen. Precies die problemen, die reizigers dagelijks voelen, maken geen deel uit van het bonussysteem. Ombudsrail wijst er bovendien op dat het aantal klachten over afgeschafte treinen en gebrekkige communicatie al jaren hoog blijft.
Het huidige systeem beloont dus vooral interne efficiëntie, maar niet de echte ervaring van de reiziger. Dat is moeilijk te verantwoorden voor een openbaar bedrijf dat jaarlijks miljarden aan publieke middelen ontvangt. Het is onbegrijpelijk dat een onderneming die haar kernopdracht – stipte en betrouwbare treinen aanbieden – niet haalt en toch beloont wordt met belastinggeld. Een bonus hoort prestaties te belonen, niet middelmatigheid.
In 2028 volgt een herziening van het openbaredienstcontract. Dan worden de prestatie-indicatoren en de bonus-malusregeling opnieuw geëvalueerd. Die oefening is een kans om het systeem eindelijk eerlijker en reizigersgerichter te maken. Bonussen moeten gekoppeld worden aan wat de reiziger écht ervaart: stiptheid, transparantie en service.
Tot die tijd blijft de vraag: als een bedrijf wordt beloond zonder te presteren, waarom zou het dan nog beter zijn best doen?
Bekijk hier het filmpje.
Gemeente Lennik onderzoekt oplossing voor nachtverlichting en wil nog dit jaar duidelijkheid bieden
De gemeente Lennik volgt de signalen van inwoners over een onveiligheidsgevoel dat ontstaan is sinds het doven van de straatverlichting tijdens de nachtelijke uren. Het lokaal bestuur wil daarom bekijken hoe de verlichting opnieuw kan worden ingeschakeld, maar dan op een energiezuinige manier.
Vandaag is ongeveer 70% van de openbare verlichting in Lennik reeds vervangen door ledlampen, maar een deel daarvan behoort tot de eerste generatie, die nog niet interactief kan worden gedimd. Daarnaast zijn nog niet alle armaturen omgevormd naar dimbare ledverlichting. Lennik maakt bovendien deel uit van een cluster waarbij de aansturing van de verlichting technisch gekoppeld is aan die van de omliggende gemeenten. Daardoor kan Lennik op dit moment niet zelfstandig het nachtelijk lichtprogramma aanpassen.
Het gemeentebestuur heeft wel de intentie om de nachtverlichting opnieuw aan te schakelen Er is echter eerst overleg nodig met de andere clusterpartners, aangezien aanpassingen ook financiële gevolgen hebben, onder meer voor de sturing- en schakelkasten.
“We begrijpen de bezorgdheden rond veiligheid en leefbaarheid”, klinkt het bij het gemeentebestuur. “We willen de verlichting opnieuw laten branden tijdens de nacht, maar wel op een slimme manier die financieel haalbaar blijft op lange termijn. Dat kan enkel in goed overleg met de andere gemeenten binnen de cluster.”
De gemeente wil tegen het einde van dit jaar duidelijkheid geven over de gekozen aanpak en de concrete timing.
De inwoners worden verder op de hoogte gehouden via de gemeentelijke communicatiekanalen.
Irina De Knop (Open Vld) wil komaf maken met statutaire aanwervingen bij het spoor
Volksvertegenwoordigster Irina De Knop (Open Vld) lichtte dinsdag 21 oktober in de Kamercommissie Mobiliteit haar wetsvoorstel toe dat een einde maakt aan nieuwe statutaire aanwervingen bij NMBS en Infrabel. Wat De Knop betreft komen er enkel nog contractuele medewerkers in dienst. “Het systeem van vaste benoemingen past niet meer in een moderne en performante spoorsector,” zegt De Knop. “We willen organisaties die sneller kunnen inspelen op verandering, met meer ruimte voor flexibiliteit en verantwoordelijkheid. Dat is de enige manier om het spoor klaar te maken voor de toekomst.”
Het wetsvoorstel komt er in het licht van de nakende liberalisering van het reizigersvervoer per spoor, die uiterlijk tegen 2032 volledig moet worden uitgerold. Volgens De Knop is het noodzakelijk dat NMBS en Infrabel zich nu al voorbereiden op die nieuwe realiteit. “We moeten durven hervormen om te kunnen verbeteren. Bij Bpost en Proximus zijn vaste benoemingen al langer verleden tijd en het spoor moet nu volgen. Een slank en performant spoorbedrijf is een spoorbedrijf dat klaar is voor de toekomst: dat moet de betrachting zijn van iedereen met een warm hart voor ons openbaar vervoer.










