In België leven meer dan 800.000 mensen met COPD, en ongeveer de helft weet niet dat ze aan deze chronische longziekte lijden. COPD is de derde belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte in ons land en veroorzaakt een jaarlijkse maatschappelijke kost van ongeveer 5 miljard euro.
Toch blijft de ziekte vaak onder de radar. COPD is ongeneeslijk en beschadigt de luchtwegen blijvend. Patiënten krijgen te maken met toenemende kortademigheid, hoesten en acute longaanvallen die hun leven ingrijpend veranderen. De impact is enorm — voor mensen, voor hun omgeving én voor ons zorgsysteem.
Ondanks die zware last staat België 31ste van 34 landen in de internationale COPD-index. Diagnoses komen te laat, zorgverleners kunnen te weinig informatie met elkaar delen, en een geïntegreerde aanpak ontbreekt. Daarnaast is het algemene bewustzijn rond COPD veel te laag.
Vandaag, op Wereld COPD-dag, wil we daar aandacht aan schenken. Daarom heb ik een resolutie ingediend in het parlement die inzet op bewustwording, een snellere diagnose en betere samenwerking in de zorg.
Drie speerpunten voor een toekomstgerichte COPD-aanpak
1. COPD erkennen als risicofactor voor hart- en vaatziekten
COPD staat niet los van andere aandoeningen. Patiënten lopen 2 tot 5 keer meer risico op een hartaanval, beroerte of hartfalen. Deze link wordt nog te weinig meegenomen in het nationale beleid rond hart- en vaatziekten.
De resolutie vraagt daarom dat COPD volwaardig wordt opgenomen in het nieuwe cardiovasculaire plan. Door beide ziektegebieden beter op elkaar af te stemmen, kunnen complicaties sneller worden opgespoord en vermeden.
2. Snellere en toegankelijke diagnose via spirometrie
Een spirometrie — een eenvoudige longtest die de longcapaciteit meet — is de gouden standaard om COPD vast te stellen. Toch worden deze testen vandaag onvoldoende uitgevoerd:
- huisartsen starten 81% van de behandelingen,
- maar nemen slechts 5% van alle spirometrieën af.
Wachtlijsten bij specialisten en beperkte middelen in de eerste lijn zorgen voor vertraging, terwijl een vroege diagnose juist essentieel is om longaanvallen en ziekenhuisopnames te vermijden.
De resolutie vraagt daarom:
- meer testlocaties, beter verspreid over het land,
- een nationale lijst van open spirometrielabo’s, zodat huisartsen sneller kunnen doorverwijzen,
- duidelijke richtlijnen en bijkomende opleiding, zodat meer zorgverleners zelf spirometrie kunnen uitvoeren.
Daarnaast moet bewustwording over symptomen zoals kortademigheid en hoesten worden vergroot, zodat patiënten sneller de weg vinden naar test en diagnose.
3. Betere informatie-uitwisseling en multidisciplinaire samenwerking
COPD-patiënten worden opgevolgd door verschillende zorgverleners: huisartsen, longartsen, cardiologen, kinesisten, apothekers… Toch kunnen zij vandaag vaak niet alle noodzakelijke informatie met elkaar delen, omdat hun systemen onvoldoende gekoppeld zijn.
Een goede behandeling vraagt net om samenwerking en één gedeeld patiëntbeeld. De resolutie pleit daarom voor:
- betere koppeling van digitale platformen zoals CoZo,
- een versterkt multidisciplinair netwerk rond elke patiënt,
- een nationaal COPD-register, om beleid, zorgkwaliteit en medicatiegebruik beter te monitoren,
- onderzoek naar de inzet van COPD-verpleegkundigen als vaste schakel tussen eerste en tweede lijn.
Zij kunnen patiënten begeleiden, therapietrouw opvolgen en zorgen voor continuïteit in het zorgtraject.
Bewustzijn verhogen én zorg verbeteren
De resolutie biedt concrete stappen om de zorg voor mensen met COPD te verbeteren: sneller opsporen, beter samenwerken en gegevens slimmer gebruiken. Tegelijk wil ze het publieke bewustzijn over COPD vergroten, zodat symptomen sneller herkend worden en patiënten eerder de juiste zorg krijgen.
Een betere aanpak is niet alleen gunstig voor mensen met COPD zelf, maar maakt onze zorg op termijn ook efficiënter en duurzamer.








