Woensdagvoormiddag interpelleerde ik minister Vandenbroucke over de verontrustende audit bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). De audit van de Federale Interne Auditdienst legt namelijk structurele en ernstige tekortkomingen bloot in een agentschap dat nochtans een cruciale rol speelt in de veiligheid en kwaliteit van geneesmiddelen in ons land.
Uit het rapport blijkt dat inspecties niet risicogestuurd zijn, er geen duidelijk sanctiebeleid bestaat en incidenten niet systematisch worden opgevolgd. Ook de interne organisatie blijkt onvoldoende te functioneren om haar taken degelijk en consistent uit te voeren. Het gaat hier dus niet om kleine procedurefouten, maar om fundamentele zwaktes in het toezicht op een essentiële schakel binnen onze gezondheidszorg.
Wat de situatie nog problematischer maakt, is dat het parlement de documenten pas te zien kreeg ná de voorstelling van de audit — ondanks eerdere beloften van “volledige transparantie”. Dat is niet alleen verkeerd in aanpak, het ondermijnt ook het vertrouwen dat het parlement moet kunnen hebben in de informatie die wordt gedeeld.
Ik heb de minister dan ook duidelijk gemaakt dat hij dit niet kan afschuiven op de administratie. Hij is intussen vijf jaar bevoegd en draagt de politieke eindverantwoordelijkheid. De alarmbellen gingen bovendien al in 2023 af, en toch kwam er pas beweging nadat het parlement bleef aandringen.
Dit gaat niet over ethische debatten of anonieme procedures. Dit gaat over het falen van toezicht binnen een agentschap dat absoluut betrouwbaar moet zijn. De problemen zijn te ernstig om weg te wuiven of te relativeren.







